Sinds afgelopen jaar werkt Beeld & Geluid samen met culturele erfgoedorganisaties uit heel Europa aan het DE-BIAS project. Het project is opgezet om kwetsende taal op te sporen in de metadata van culturele erfgoedcollecties en alternatieve woorden toe te voegen. Ook bij Beeld & Geluid gaan we samenwerken met verschillende communities om problematisch taalgebruik aan te kaarten en perspectieven en context toe te voegen aan de metadata.
Als net nieuwe medewerker van Beeld & Geluid werd ik meteen betrokken bij de organisatie van drie co-creatie sessies voor DE-BIAS. Binnen het DE-BIAS project wordt een tool ontwikkeld die problematische taal in beschrijvingen van collecties detecteert en suggesties doet voor een alternatief woord of uitleg biedt over waarom een woord kwetsend is. De woordenlijst van deze tool wordt samengesteld door verschillende stakeholders en communities. Hiermee bouwen we voort op een project als Words Matter van het Wereldmuseum. Door middel van co-creatie sessies wordt er direct kennis opgehaald bij gemeenschappen, wier stemmen lange tijd ontbraken maar juist cruciaal zijn voor het samenstellen van een representatieve woordenlijst.
Samenwerken
Voor de drie sessies die we organiseerden werden tien deelnemers uit de Nederlandse Surinaamse community uitgenodigd om videofragmenten uit ons archief te bekijken, en gezamenlijk te werken aan nauwkeurige beschrijvingen. Na het beschrijven van het materiaal keken we samen naar de bestaande beschrijvingen om te zien wat er ontbrak en hoe ze moesten worden aangepast met de eigen beschrijving van de groep in gedachten. We vroegen de deelnemers ook om na te denken over mogelijke kwetsende woorden in de metadata. Het was een fijne en enthousiaste groep en bovendien heel divers: de mensen waren van verschillende leeftijden, beroepen en culturele achtergronden zoals Chinees, Hindoestaans, Creools en Javaans Surinaams.
Eenzijdigheid van beschrijvingen
Uit de co-creatie sessies kwam naar voren dat voor Beeld & Geluid het grootste probleem niet ligt in problematische woorden in de beschrijvingen, maar eerder in de eenzijdigheid van de huidige beschrijvingen en hun metadata. De stiltes en afwezigheden die we met de deelnemers ontdekten vormden een grotere uitdaging dan het verouderde taalgebruik waaruit de bestaande beschrijvingen bestaan. Veel van de beschrijvingen die we behandelden waren vanuit een beperkt perspectief geschreven en haalden zelfs in sommige gevallen historische onjuistheden aan.
Een voorbeeld van een historische onjuistheid zat bijvoorbeeld in de beschrijving van een Polygoon Journaal uit 1975. Hierin was te zien hoe Surinaamse migranten in 1975 in Nederland aankwamen. Toen de deelnemers de huidige beschrijving te zien kregen, viel het meteen op dat er in de beschrijving ‘groeiende werkloosheid in eigen land’ als reden voor de migratiegolf in 1975 wordt genoemd. En dit terwijl de voice-over in het fragment zelf niet dit verband legt. De deelnemers benadrukten dat in die tijd politieke invloeden verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten, wat leidde tot etnische spanningen. Zij gaven aan dat Surinamers niet naar Nederland kwamen vanwege de stijgende werkloosheid, maar uit angst en onvrede over de nationale onafhankelijkheid en de raciale, economische en politieke spanningen die toen in Suriname gevoeld werden. Deze discussies wezen dus op een historische onjuistheid in de huidige beschrijving die moet worden aangepakt.
Meerstemmigheid en toegankelijkheid bevorderen
De co-creatie sessies hebben op deze manier niet alleen lessen opgeleverd voor het DE-BIAS project, maar ook voor Beeld & Geluid in het algemeen. Tijdens de sessies werden we geconfronteerd met de uitdagingen die ons archief kent op het gebied van diversiteit, toegankelijkheid en het aanspreken en vertegenwoordigen van meerdere doelgroepen en partijen. We stonden bijvoorbeeld stil bij problemen in de vindbaarheid van materiaal. Toen we de deelnemers vroegen een zoekterm te kiezen om in ons archief te zoeken, merkten we namelijk dat de meesten niet de resultaten konden vinden die ze zochten, of dat de resultaten eenzijdig waren. De deelnemers hadden zoektermen gekozen die betrekking hadden op hun eigen familiegeschiedenis, Surinaamse geschiedenis, geografie en cultuur. Om de meerstemmigheid en toegankelijkheid van het archief te bevorderen moeten er dus meer cultureel specifieke zoektermen worden toegevoegd aan de metadata, met behulp van communities.
Persoonlijke verhalen
Concluderend zijn projecten zoals DE-BIAS enorm waardevol voor Beeld & Geluid, niet alleen om de bijdrage die wij mogen leveren aan ontwikkelingen op Europees niveau, maar ook om de bevindingen voor onszelf. Bovendien was het voor mij als nieuwe medewerker aangrijpend om te ervaren hoeveel het materiaal uit ons archief bij mensen losmaakt aan emoties, discussies en persoonlijke verhalen. Het bekrachtigt het besef dat ons archiefmateriaal enorm leeft bij mensen, en dat de beschrijvingen hier recht aan moeten doen. Zoals uit deze co-creatie sessies blijkt, samenwerking aangaan met communities draagt bij aan het verbeteren van het beheer en behoud van onze collecties, maar bovenal biedt het de mogelijkheid om samen te bouwen aan de verbinding met en bevordering van een gedeelde mediageschiedenis.